Monthly Archives: September 2019

Gewoon een stukje lopen in de natuur

De vrijheid van hardlopen is dat we het altijd en overal kunnen doen. Gewoon een blokje om in je eigen omgeving, na een werkafspraak in een andere stad of tijdens je vakantie. Steeds meer lopers plannen hun vakantie rondom een loopactiviteit. Van deelname aan stadsmarathons tot avontuurlijke trails, berglopen en ultra’s.

Sinds een jaartje of tien kennen we trailrunning in Nederland. Minder bekend is het berglopen, dat overigens al sinds de jaren tachtig bestaat. Destijds nam Nederland met kleine delegaties deel aan Europese- en wereldkampioenschappen. Met Jan Korevaar hadden we een ambassadeur. Andere landen waren gecharmeerd dat iemand van de lage landen, grotendeels onder zeeniveau, zich waagde aan bergen in de Alpen, Pyreneeën en andere gebergten in Europa. Bergen die Nederlandse heuvels tot puistjes maken. De parcoursen liggen in de mooiste natuurgebieden met adembenemend mooie uitzichten. Hardlopen in de meest pure vorm. Klimmen is overleven, dalen eveneens.

Marti ten Kate waagde zich na zijn wegcarriere aan het berglopen en werd zelfs een keer 25ste bij een wereldkampioenschap. ‘Ten Kate rekent zichzelf nog tot de subtop. ‘Maar het gaat steeds beter. Laatst, in Oostenrijk, eindigde ik twintig seconden achter de Europees kampioen.’ Achteraf vindt hij het jammer dat hij het berglopen niet eerder heeft ontdekt. ‘Ik was altijd gefixeerd op de marathon en tien kilometer. Misschien had ik in mijn topjaren wel betere tijden gelopen op die afstanden als ik het berglopen als trainingsvorm had gekend.’ (Volkskrant 1997, rolf bos)

Begin juli waren de Europese kampioenschappen berglopen in Zermatt. Een idyllisch dorpje ingekapseld door enorme bergen. De dag voor het EK werd er ook de Zermatt marathon georganiseerd. Voor beide evenementen was de finishlocatie eentje om niet vergeten: Uitzicht op de Matterhorn, volgens de Zwitsers de mooiste berg ter wereld.

De puristen die de natuur opzoeken om te lopen. Geïnspireerd door je omgeving waar je woont. Het zijn subculturen van de grote massa hardloopsport. De berglopers, de trail runners en de Fell runners. Fell running, ik hoorde ervan tijdens mijn bergloopperiode omdat de Britten schoenen hadden met een grof profiel en wij op ‘gewone’ lompe hardloopschoenen liepen. Afgelopen jaar was ik in het Engelse Lake district, waar heel veel aan Fell running wordt gedaan. Het is een prachtig heuvelachtig natuurgebied dat veel meren bevat. De Fell runners lopen in heuvelachtige gebieden waarbij ze nauwelijks paden gebruiken maar dwars door de ruwe natuur. Over de ongelijke ondergrond, door het hoge gras met stenen en kuilen. Wedstrijden zijn vaak van punt naar punt wedstrijden, waarbij je enkel het begin- en eindpunt weet. De route daartussen mag je zelf bepalen.

Het is weer een hele andere manier om hard te lopen en het beleven ervan. Ze hebben er epische uitdagingen, zoals de Bob Graham round. Bob Graham liep hem binnen 24 uur in 1932. In het kort is de uitdaging om alle 42 toppen van de heuvels van het Lake District binnen 24 uur te halen. En zoals al aangegeven, de route daartussen moet je zelf zoeken. Haal je dit binnen 24 uur, dan behoor je tot de Bob Graham groep en krijg je een vermelding als beloning. Inmiddels hebben bijna 2300 lopers succesvol deze ronde volbracht.

Ooit ontstaan doordat lopers voor zichzelf uitdagingen gingen verzinnen. Een soort van Strava segment. En ook al is het genoemde voorbeeld wat extreem, iedere loper kan een uitdaging zoeken, grenzen verleggen en het avontuur zoeken. Het sportieve combineren met een stukje genot. Soms hoef je er niet eens ver voor te reizen. Kijk om je heen, kies eens voor een loopje door het bos, over de heide, door de duinen, lang het kanaal. Heel vroeg, in alle stilte, zonder muziek, gewoon een stukje lopen.