Category Archives: Uncategorized

10 minuten training: Tibetaanse oefeningen voor je core

Zitten wordt gezien als het nieuwe roken. Als je veel zit heb je een grotere kans om ziek te worden. Zowel lichamelijk als geestelijk. En, om het cirkeltje rond te maken: Als je vervolgens weer gaat bewegen, helpt dat je om beter te worden. We zijn met zijn allen steeds meer gaan zitten. In 2019 zat de Nederlander van 4 jaar en ouder gemiddeld 8,9 uur per dag. Oftewel, meer dan de helft van de tijd dat je niet slaapt, zit je. Al deze tijd is je core passief. Onderzoeken hebben uitgewezen dat het uurtje hardlopen niet opweegt tegen de vele uren zitten. Dus tussendoor meer bewegen is ook nodig. Daarnaast kun je werken aan je core met verschillende oefeningen. Toch is het niet altijd even makkelijk om hier tijd voor vrij te maken. Trainer Peter Winkel heeft een eenvoudige oplossing: vijf Tibetaanse oefeningen. Het kost je 10 minuten per dag, een kleine investering met een groot rendement. Je werkt ermee aan een sterke en stabiele kern. Deze core stability zorgt voor een efficiënte loophouding en verkleint de kans op blessures. Hieronder een aantal vragen aan Peter over het belang van oefeningen en zijn 5 Tibetaanse oefeningen:

De meeste hardlopers lopen het liefst. Maar jij pleit er ook voor om kracht te doen?
Als een hardloper het liefste loopt moet hij of zij dat vooral doen. Maar als je een optimaal resultaat wilt behalen, moet je ook optimaal trainen. Dat betekent dat je de C-KLUS helemaal volledig traint: Conditie, Kracht, Lenigheid, Uithoudingsvermogen, Snelheid. Dan ontkom je er niet aan om ook de factor kracht te trainen. Hoe en in welke mate hangt sterk af van het looponderdeel. Een sprinter zal veel meer maximaal- en vooral snelkracht moeten trainen dan een loper op de steeple chase of de tien kilometer. Deze zal meer tijd en energie moeten steken in het trainen van het krachtuithoudingsvermogen.

Hoe belangrijk denk je dat een sterke kern voor een loper is?
Een sterke core is heel belangrijk. Het is een basisvoorwaarde om de paslengte tijdens de training en tijdens de wedstrijd op peil te kunnen houden. Als je door een te zwakke core ‘inzakt’ staan je voeten aan het einde van de stap sneller op de grond en is de stap ook minder krachtig en dus minder effectief. Een sterke core voorkomt bovendien blessures. Een zwakke daarentegen veroorzaakt ze zelfs. Denk bijvoorbeeld aan buikspieren en liezen.

Geldt dat puur voor topatleten of ook voor de recreatieve loper?
Dat geldt voor topatleten maar net zo goed voor de recreatieve loper. Voor de topatleet is de relatie tot de te leveren topprestatie duidelijk. Bij de recreatieve atleet levert een sterke core een fit en gezond lichaam en bijvoorbeeld ook in het dagelijks leven een goede lichaamshouding.

Jij werkt met Tibetaanse oefeningen. Hoe ben je daar bijgekomen?
Ik gebruik de Vijf Tibetanen in combinatie met de meer geijkte oefeningen, al naar gelang wie ik train, wanneer en waarvoor. In de vroege jaren negentig stonden de trainersopleidingen van de nationale atletiekbond op een hoog peil. We werden mede opgeleid door docenten van de universiteiten van Amsterdam (trainingsleer) en Maastricht (voeding). Sportpsychologie kregen we van de toen gerenommeerde psycholoog Peter Blitz (ook UvA). Deze hamerde onder meer op het versterken van de core, waarbij tegelijkertijd concentratie en ontspanning dienden te worden beoefend. Hij liet ook Sebastian Coe aan het woord die als 800-meterspecialist in 1984 op de Olympische Spelen de 1500 meter won. Coe stelde: ‘Ik voelde mij voor de race ongelooflijk ontspannen, totaal niet opgewonden of nerveus. Mijn mentale kracht was groter geworden en ik was fitter en gezonder dan ooit. Wie kon mij dan verslaan?’ Hetzelfde kwam ik in 2008 tegen in ‘Cinque Tibetani, la ginnastica dell’armonia’. Letterlijk vertaald: Vijf Tibetanen, de gymnastiek van de harmonie.

Welk doel hebben deze oefeningen?
Het voor de hand liggende doel is het voorkomen van een zwakke core. Het mooie is dat door de oefeningen van de ‘Vijf Tibetanen’ de mentale kracht, vooral het zelfvertrouwen, toeneemt. In plaats van je (te) ver van tevoren te concentreren op de race, divergeer (verdeel) je de aandacht over een breed veld. Je stelt je open voor je mogelijkheden, gesterkt door het vertrouwen dat je goed hebt getraind.

Welke 5 oefeningen zijn dat?
1. Vanaf rechte stand en de armen maximaal gespreid op schouderhoogte langzaam heen en weer draaien, zonder de voeten te verplaatsen. Oefening eindigen door de armen langzaam langs het lichaam te laten zakken.
2. Vanuit totale ontspanning de gestrekte benen heffen tot 90 graden en weer dalen.
3. Vanaf gestrekt knielpositie het bovenlichaam in totale ontspanning achterover laten hellen en weer terug.
4. Rechtop zittend de heupen heffen tot een ‘bruggetje’ en weer terug.
5. Vanuit ligsteun met het hoofd in de nek het achterwerk zo hoog mogelijk brengen zonder de handen en voeten te verplaatsen (en weer terug naar UGP).

Wat is jouw advies voor wat betreft oefeningen voor de recreatieve loper die naast zijn werk regelmatig een stukje gaat lopen?
Wie alleen maar loopt wordt stijver en stijver, zeker bij het toenemen van de leeftijd. Het trainen van de core voorkomt dat. Mijn advies is om dagelijks een minuut of tien te besteden aan oefeningen. Zoals een of meer oefeningen van ‘de Vijf Tibetanen.’ Of een combinatie van krachtuithoudingsvermogen en yoga, een op het oog gekke combinatie, maar wie dit aandachtig heeft gelezen begrijpt het misschien. De core en/of krachttraining kan worden gedaan ná de duurloop of als op zichzelf staande training. Voorafgaand aan een duurloop heeft geen zin.

Belastbaarheid, overbelasting en valkuilen [ + 5 basisoefeningen voor elke loper]

De goede voornemens maken straks dat veel mensen weer de draad op gaan pakken met lopen of net iets fanatieker zijn worden. Helaas loopt menig loper daarbij ook tegen een beperkte belastbaarheid op en raakt geblesseerd. Zelf is Schout ook een fervent hardloper en ziet de loopwereld van verschillende kanten. Daarom vroegen wij juist aan hem hoe komt het dat lopers geblesseerd raken? Wat is nu eigenlijk belastbaarheid, overbelasting en welke tips heeft hij om fit te blijven?

Straks pakken veel mensen het hardlopen weer op of wagen zich aan hardlopen. Ze stellen zich vaak als doel om deel te nemen aan een hardloopevenement. Uit onderzoek blijkt dat een flink aantal lopers in aanloop naar het evenement geblesseerd raakt. Kun je dat verklaren? En heb je tips?
Aan de ene kant kan ik me helemaal vinden in de hardlopers die weer naar buiten komen. Met de goede voornemens begint het bij veel mensen te kriebelen om te gaan hardlopen. Het goede is dat veel hardlopers een doel plannen om te behalen. Of dat nu een 5 kilometer is of een marathon doet er niet toe. Wat ik wel vaak zie is dat er te enthousiast getraind wordt in de eerste weken. Na een periode van relatieve inactiviteit trekken ze vol enthousiasme de schoenen aan met de gedachte om meteen een snelle trainingsronde neer te zetten. Wij noemen dit ook wel de weekend warriors. De spieren en pezen hebben eigenlijk te weinig tijd gehad om te adapteren aan de hardloopbelasting. Vaak komen de eerste pijntjes al binnen de eerste 4 weken dat iemand weer fanatiek begonnen is met hardlopen. Mijn advies zou dan toch zijn om gedurende het hele jaar enige mate van hardloopactiviteit te onderhouden, of als je begint met hardlopen het rustiger op te bouwen en te beginnen met wat rustige minutenblokken. Op internet zijn hiervoor goede opbouwschema’s te vinden.

Belastbaarheid. Nogal snel wordt gezegd dat lopers aan hun belastbaarheid moeten werken, maar hoe kunnen ze dat doen?
Belastbaarheid is een erg breed begrip waar je ook niet altijd invloed op hebt. Waarom raakt de ene hardloper wel geblesseerd en de andere hardloper niet, of waarom loop je al maanden / jaren hard zonder een blessure en komt er nu ineens die blessure om de hoek kijken. Bij belastbaarheid wordt vaak gedacht hoe sterk je spieren en pezen zijn. Dat is natuurlijk een belangrijk onderdeel van de belastbaarheid, maar onder andere ook je voeding, outfit, het weer, slaap, stress en mentale gesteldheid spelen daar een belangrijke rol in. Daarnaast dragen roken en alcohol vaak niet positief bij aan de belastbaarheid. Om de kans op blessures zo klein mogelijk te maken is het dus belangrijk om in al deze facetten een goede balans zien te vinden. Ga je dus harder of meer trainen is het dus belangrijk omdat bijvoorbeeld niet in een stressvolle periode te doen. Op een aantal facetten om je belastbaarheid te vergroten heb je invloed op een heleboel andere facetten vaak niet. Training is erg belangrijk om je belastbaarheid te vergroten, spieren, pezen en gewrichten hebben belasting nodig om sterker te worden. Deze structuren zullen dus belast moeten worden. Hoe sportspecifieker je dat doet hoe beter dat het is. Daarnaast kun je deze (hardloop)trainingen ondersteunen met kracht en core stability trainingen voor de belangrijke spieren en pezen bij het hardlopen. Ook een gezond eetpatroon draagt bij aan de belastbaarheid van het lichaam. Het is belangrijk om voldoende en goede energie binnen te krijgen voor tijdens en na je training. Zo wordt er geadviseerd om na een training 20 gram eiwitten te nemen om het herstel van het lichaam te bevorderen (en zo dus ook te werken aan de belastbaarheid). Goed materiaal is daarnaast ook erg belangrijk, bij het hardlopen gaat het dan voornamelijk om de juiste schoen wat erg persoonlijk is. Daarnaast kan een regelmatig bezoek aan de fysio of sportmasseur bijdragen aan het herstel. Andere factoren als voldoende slaap, de ondergrond waar je op loopt en het weer heb je niet altijd invloed op.

Overbelasting, wanneer spreek je over overbelasting?
Het klinkt misschien voor velen vreemd, maar overbelasting is goed. Je hebt overbelasting nodig om sterker, sneller en belastbaarder te worden. Door de hardlooptraining die je doet prikkel / overbelast je het lichaam. Het lichaam wordt hierdoor getriggerd om de spieren, pezen en gewrichten sterker te maken. Het allerbelangrijkste en moeilijkste volgt na de training. Het lichaam is aan het herstellen van de prikkel, maar om je prestatie te verbeteren al het lichaam op het juiste moment weer geprikkeld moeten worden om sneller/ sterker te worden. Volgt de volgende prikkel te kort op de vorige en doe je dit lang genoeg dan ga je uiteindelijk geblesseerd raken. Wacht je te lang met de volgende prikkel dan is het effect van de training weg of zal de progressie minimaal zijn. Om in te schatten wanneer je het beste de volgende prikkel kan geven zijn aspecten als getraindheid en intensiteit van de training belangrijk om naar te kijken. Je kent het gevoel vast wel als je een tijdje niet getraind hebt en weer gaat belasten, de dagen erna heb je overal spierpijn. Het is dan niet verstandig om te gaan trainen, want het lichaam is nog niet hersteld van de vorige training. Als je het goed doet merk je als snel dat je van diezelfde training een paar weken later eigenlijk helemaal geen spierpijn meer hebt. Ook de intensiteit van training is belangrijk om te bepalen wanneer je de volgende training kan doen. Een rustige korte duurloop vergt veel minder hersteltijd dan die intensieve intervaltraining, wedstrijd of lange duurloop. Één keer in de week hardlopen heeft dus niet zoveel zin om sneller te worden. Door een goede balans te vinden in je belasting en belastbaarheid lukt het veel topsporters om meerdere keren per dat te kunnen trainen.

Wat zijn voorbeelden van signalen die je niet moet negeren?
Hier is geen makkelijk antwoord op te geven. Hardlopen gaat vaak gepaard met (kleine) pijntjes waar je soms ook doorheen moet lopen. Scherpe pijn tijdens het hardlopen of pijntjes welke een aantal trainingen achter elkaar blijven zijn meestal een teken dat het niet helemaal goed zit. Daarnaast is ochtendstijfheid en startstijfheid erg belangrijk om in de gaten te houden. Wat je vaak ziet bij peesklachten is dat er in de ochtend bij het opstaan uit bed of de eerste passen met het hardlopen niet helemaal soepel gaan. Dit geeft geen enorme pijn maar is eerder trekkend en stijf van gevoel. Als de pees opgewarmd is verdwijnt de last snel. Dit is een belangrijk signaal om in de gaten te houden want wordt de duur van de stijfheid langer is het een indicatie om bij de fysiotherapeut of sportarts aan de bel te trekken. In de praktijk lopen hardlopers er vaak mee door omdat de pijn niet zo erg is. Ze lopen door tot het punt dat de pijn niet meer verdwijnt met als gevolg dat de pees al forse degeneratie vertoond wat de hersteltijd enorm zal verlengen. Belangrijk dus om zo goed mogelijk naar het lichaam te luisteren en op tijd rust te pakken of advies te vragen aan een fysiotherapeut of sportarts.

Wat is een valkuil bij lopers?
Dit is erg persoonlijk, de ene hardloper kan te fanatiek zijn en de andere te gemakzuchtig. Maar ik denk dat voor beide groepen de grootste valkuil is het willen bereiken van het doel en het liefst nog sneller dan het persoonlijk record. Door de gedrevenheid om de wedstrijd sneller te lopen of om die marathon uit te lopen worden signalen van het lichaam soms te lang genegeerd. Advies op zo’n moment is om toch je hersenen te volgen en niet je hart.

Als fysiotherapeut weet jij natuurlijk wat het beste is voor mensen, hoe is het als je zelf een pijntje hebt? Luister je dan meteen naar je lichaam, of heb je ook een valkuil?
Naast fysiotherapeut ben ik zelf ook een fanatieke hardloper. Hierdoor weet ik meer van het menselijk lichaam dan de gemiddelde hardloper. Hierdoor zou je zeggen dat ik nooit geblesseerd zou moeten zijn. Helaas luisterde ik niet altijd even goed naar mijn lichaam waardoor ik verschillende blessures heb gehad. Het voordeel hiervan is dat ik op dat gebied wel een ervaringsdeskundige ben. Ik weer hierdoor hoe verveend het is om geblesseerd te zijn waardoor ik beter advies kan geven aan andere. Ik ben niet altijd streng genoeg voor mezelf geweest. Tegenwoordig heb ik hierin een betere balans gevonden en kan ik beter naar de lange termijn kijken. Hierdoor durf ik trainingen aan te passen of over te slaan als het niet helemaal goed voelt.

Wat zijn de meest voorkomende overbelastingblessures die je voorbij ziet komen in je werk?
De spieren en pezen van de onderste extremiteit krijgen het meest te voorduren met hardlopen. Vaak door zwakte in de bilspieren en rompspieren ontstaan blessures. De meest voorkomende blessures in de praktijk bij hardlopers zijn de achillespeesblessure en knie blessure. Dit zijn erg vervelende blessures omdat de hersteltijd vaak langer is en deze klachten ook in het dagelijks leven invaliderend kunnen zijn.

Weet jij 5 basis oefeningen die handig zijn voor lopers van alle niveaus
Zoals bovenstaand beschreven ontstaan blessures vaak door zwakke core en bilspieren. Daarnaast kun je door de spieren en pezen te versterken met simpele oefeningen de belastbaarheid vergroten. Het voordeel van deze oefeningen is dat je ze thuis makkelijk kan doen. Excuses om ze niet te doen zijn er dus eigenlijk niet.

1. Single leg squat

2. Glute bridge

3. Calf Raise

4. Plank

5. Clams in zijlig

  1. Single leg squat

  2. http://www.youtube.com/watch?v=9_Ca2YRRdtE
  3. glute bridge
    http://www.youtube.com/watch?v=fDxl-0uZMJo
  4. calf raise
    http://www.youtube.com/watch?v=Tla2ScHQgu0
  5. Plank
    http://www.youtube.com/watch?v=ynUw0YsrmSg
  6. Clams in zijlig
    http://www.youtube.com/watch?v=_xP9DgFqwGs

Vijf redenen om wisseltempo’s in je training op te nemen

Hoeveel loopervaring je hebt maakt niets uit als het aankomt op de voordelen van intervaltraining, oftewel een duurloop met tempowisselingen. Het is een trainingsvorm waar elke loopster voordeel van zal hebben. Hierbij maakt het niet uit of je nu een ervaren marathonloopster bent of dat je pas sinds kort hardloopt en bijvoorbeeld in voorbereiding bent op je eerste 5km.

Als we puur naar het trainingseffect gaan kijken van tempowisselingen in een duurloop, zien we twee positieve effecten. Veel vrouwen lopen het liefst een ronde in hetzelfde tempo, oftewel een duurloop. Door nu sommige stukken sneller te lopen, verhoog je je basissnelheid en verbetert je conditie. Je hartslag gaat namelijk omhoog en je leert te lopen op een hogere intensiteit. Als je dit vaker doet gaat het lichaam gaat zich daar vervolgens aan aanpassen; je conditie verbetert en je basissnelheid gaat omhoog.

fartlek
Een duurloop met tempowisselingen wordt ook wel fartlek, Zweeds voor vaartspel, genoemd. Deze vorm van training werd in 1937 ontdekt door de Zweed Gösta Holmér.

Fartlek training kent vele voordelen:
Het maakt je training een stuk afwisselender
Het is eens wat anders dan de deur uit gaan, één tempo blijven lopen, en weer thuiskomen. Bij fartlek gaat je hartslag omhoog en als je weer rustig loopt ben je aan het herstellen. Doordat je snel en rustig afwisselt, vliegt de tijd voorbij.

Je kunt oneindig variëren met fartlektrainingen
De enige regel bij fartlektraining is dat je snelle tempo’s afwisselt met langzame. Voor de rest kun je oneindig variëren. Je kunt vooraf een schema opstellen. Je kunt bijvoorbeeld één minuut snel en één minuut rustig lopen maar je kunt bijvoorbeeld ook een zogenaamde pyramide doen van bijvoorbeeld één, twee, drie, vier, drie, twee en één minuut snel met daartussen een evenlange pauze. Maar je kunt ook reageren op wat je tegenkomt, bijvoorbeeld vier lantaarnpalen snel en daarna vier lantaarnpalen rustig.

De trainingen kunnen kort zijn maar desalniettemin effectief
Doordat je bij Fartlek training telkens je hartslag iets omhoog brengt is het een heel effectieve trainingsmethode. Mocht je bijvoorbeeld niet zoveel tijd hebben om te gaan trainen, kies dan voor een fartlektraining. Dat is een volwaardige training die echt zinvol is én waar je gegarandeerd een voldaan gevoel aan overhoudt.

fartlektraining is ideaal om in je opbouw naar een langere afstand te gebruiken
Als je gaat trainen voor een afstand die je nog nooit gelopen hebt, moeten je spieren aan de belasting gaan wennen. Dit kan voor een 5km, 10km en zelfs de marathon zijn. Met een fartlek hak je een duurloop min of meer in stukken. Je loopt stukken sneller, maar hebt tussendoor ook even pauze. Je kunt zelf beslissen of je in de pauze wandelt of dat je heel rustig blijft hardlopen. De gedachte dat je tussendoor iets rustiger mag, geeft vaak mentaal ook een beter gevoel.

Je wordt sneller
Fartlektraining haalt je uit de comfortzone. Het zorgt ervoor dat je de snellere tempo’s steeds langer vol houdt.

Last but not least: De calorieën
Fartlektraining maakt dat je meer verbrandt dan bij een gewone duurloop. Je hartslag gaat telkens omhoog, en de hogere intensiteit van de tempo’s maakt dat je meer caloriën verbrandt.

Denk je dat je het eens wilt proberen? Dan hebben we een aantal tips voor je:
– Als je begint met tempowisselingen, neem dan in het begin de dubbele tijd of afstand als rustig tempo aan. Doe je één minuut in een sneller tempo, loop daarna dan twee minuten rustiger.
– Doe de rustige tempo’s ook echt rustig. De rustige tempo’s zijn bedoeld om weer op adem te komen dus zorg dat je weer zin hebt om te beginnen als je weer een snel tempo moet doen. Ga desnoods wandelen tussendoor maar het is effectiever als je tussendoor rustig blijft joggen.
– Wissel de tempotrainingen altijd af met rustige duurlopen. Afwisseling is belangrijk om blessures te voorkomen maar zorgt er ook voor dat je telkens een ander systeem van je lichaam ontwikkelt. De duurlopen zorgen ervoor dat je uithouding verbetert waardoor je beter herstelt en waardoor je het lopen langer volhoudt.
– Wil je naar twee fartlektrainingen toe per week? Wissel dan af tussen korte en lange tempo’s. Doe in de ene training tempo’s van maximaal twee tot drie minuten. Ook tempo’s van vijftien seconden kunnen al heel effectief zijn. Doe de langere tempo’s dan langer dan drie minuten. De langere tempo’s zul je vanzelf wat rustiger doen.
– Het woord vaartspel zegt het al, zie het als een spel. Het is een training waar je plezier in moet hebben. Als je er tegenop ziet dan loop je te hard.
– Neem eens een dobbelsteen mee om het spelelement te verhogen. De dobbelsteen bepaalt de lengte van ieder tempo.

Weg met je motivatiedipje: 7 tips om in beweging te blijven

Of het nu gaat om afvallen, lekkerder in je vel zitten of je conditie verbeteren, meer bewegen staat altijd hoog op het lijstje met goede voornemens. Het maakt ook dat de laatste jaren zoveel vrouwen zijn gaan hardlopen. Hardlopen is effectief in alle opzichten: Het is laagdrempelig, heeft een hoog calorieënverbruik, het is niet locatiegebonden en je hebt de keuze of je alleen wil hardlopen of juist niet. ‘Maar hoe krijg ik het allemaal geregeld?’ Dat is een vraag die je vaker bij vrouwen hoort dan bij mannen als het gaat om tijd vrij maken om te sporten. Uit onderzoek is gebleken dat mannen veel makkelijker besluiten om even lekker te gaan sporten. Squashen met een vriend, een potje voetballen, een stukje gaan fietsen of hardlopen. De mannen hebben duidelijk minder moeite om hierin even voor zichzelf te kiezen. Vrouwen daarentegen voelen meer verantwoording naar hun gezin en partner. Ze voelen zich sneller schuldig als ze na het werk nog een uurtje gaan sporten in plaats van naar huis gaan. Wil jij toch graag sporten dan is hardlopen een ideale optie. Het kost relatief weinig tijd als je het afzet tegen het effect. Het vergt wel enige regelmaat. Daar willen we je mee helpen door een paar eenvoudige tips die je kunnen helpen gemotiveerd te blijven.

‘planning is everything’

Ga eerst eens rustig zitten en kijk in je agenda op welke dagen in de week je even tijd zou kunnen maken om te gaan hardlopen. Probeer twee momenten te vinden. Met name in het begin zul je er baat bij hebben als je je hardloopmomenten duidelijk afbakent in je agenda . Zie het als een afspraak, een afspraak met jezelf. Je zult zien dat het werkt en na een tijdje ben je er aan gewend en hoort hardlopen er automatisch bij.

volg een schema
Werk met een trainingsschema. Het voordeel van een trainingsschema is dat er een opbouw in zit en dat je naar een doel toe kunt werken. Het werkt ook als een stok achter de deur. Wil je verantwoord sporten dan is het belangrijk dat schema te volgen. Het is dan makkelijker voor jezelf te verantwoorden dat je even naar buiten gaat. Op WomenOn staan twee schema’s om verantwoord toe te werken naar vijf kilometer hardlopen een één stuk. (Trainingsschema van nul naar vijf kilometer hardlopen voor vrouwen met een sportieve achtergrond en trainingsschema van nul naar vijf kilometer hardlopen voor vrouwen zonder loopervaring )

werk naar een evenement toe
Je kunt gewoon voor jezelf trainen, maar je zou bijvoorbeeld ook naar een evenement toe kunnen werken. Straks in het voorjaar zijn er diverse vrouwenlopen, evenementen met veel sfeer en gezelligheid. Bijvoorbeeld de Marikenloop in Nijmegen, waar meer dan 10.000 vrouwen een 5km of 10km lopen. Dit soort lopen zijn ontzettend gezellig om aan mee te doen. Je bent met vrouwen onder elkaar. En je hebt allemaal hetzelfde doel: De finish. Het toewerken naar zo’n wedstrijd geeft je nog een extra motivatie om je aan je schema te houden. Je hebt een duidelijk doel.

maak je omgeving deelgenoot
Deel met anderen dat je met hardlopen bent begonnen: Je partner, familie, collega’s en vrienden. Ze zullen daardoor makkelijker begrip opbrengen voor jouw keuze om tijd vrij te maken voor het sporten. Ze zullen je zelfs gaan steunen. Ze zullen zo nu en dan eens vragen hoe het gaat of geven je een compliment als je op Facebook vertelt over een training die je hebt volbracht. Hoe meer mensen je deelgenoot maakt hoe belangrijker het voor je zal zijn dat je goed beslagen ten ijs komt.

trainen planning schema hardlopen women on probeer met iemand af te spreken
Een training gaat altijd veel sneller als het gezellig is. Probeer daarom te kijken of je iemand mee kunt krijgen. Als de afspraak staat is de drempel ook een stuk hoger om af te haken. Je moet een erg goed excuus hebben om nog af te zeggen. En er is nog een belangrijk voordeel. Als je samen met iemand gaat lopen en gezellig kunt kletsen onderweg, dan weet je zeker dat je niet te snel gaat. Het tempo waarbij je nog kunt praten met je trainingsmaatje is tevens het juiste tempo om verantwoord te trainen.

alle beetjes helpen
Bij hardlopen geldt: ‘Wat je erin stopt, komt er ook uit.’ Van elke meter die je loopt, heb je profijt. Mocht je moe zijn of geen zin hebben, probeer dan toch naar buiten te gaan. Doe dan liever de helft dan niks. Je zult zien dat als je eenmaal buiten bent, je vaak alsnog besluit om het hele rondje te doen. Maar ook al doe je maar de helft dan is dat pure winst ten opzichte van niets doen.

geef jezelf opdrachten
Altijd maar in hetzelfde tempo lopen kan soms ook verschrikkelijk saai zijn. Soms kun je heerlijk wegdromen tijdens het lopen maar soms kun je er alleen maar aan denken hoe ver je nog moet. In dat laatste geval kan het helpen om jezelf wat opdrachten te geven onderweg. Richt je niet op de hele afstand maar focus je op een doel dichtbij en loop zo van doel naar doel. Je kunt daarbij ook variëren in tempo. Ga eens een stukje wat harder en beloon jezelf daarna met een stukje wandelen. Probeer eens de afstand tussen drie lantarenpalen wat harder te lopen en wandel daarna tot de volgende lantarenpaal. Je zult zien dat de tijd dan veel sneller voorbijgaat.

Losse Veter

(Artikel uit het De Limburger van januari 2010)

Met vier nationale titels hoorde Vivian Ruijters bij de Nederlandse atletiektop toen in 2004 haar leven in duigen viel. Om een onverklaarbare reden ging de uit Kerkrade afkomstige hinde drie jaar lang strompelend door het leven. Ondanks de schaamte is haar passie voor atletiek nooit gedoofd. Haar website www.losseveter.nl is uitgegroeid tot een groot succes en na een geslaagde operatie aan twee afgeknelde bekkenslagaders mag ze zich sinds een half jaar ook weer atlete noemen. (Foto: Harry Heuts)

Vivian Ruijters straalt als zede lobby van Hotel Van der Valkin Eindhoven komt binnengewandeld. Met haar ene hand omklemt ze het boek ‘Oerend hard’, waarin de succesvolle carrière van voormalige marathontopper Marti ten Kate wordt beschreven. In haar andere draagt ze een sporttas. Ruijters wordt na het interview nog verwacht op de atletiekbaan. Eén keer per week rijdt ze van haar woonplaats Rotterdam naar de lichtstad om er te trainen met de atletengroep van Luc Krotwaar. Als beginnende trainer wil hij Ruijters helpen met het terugvinden van iets dat ze voorgoed leek kwijtgeraakt. De brede lach op het gezicht van de voormalige marathonkampioene laat vermoeden dat Krotwaar op de goede weg is.

Na jarenlang blessureleed mag Ruijters zich sinds enkele maanden weer atlete noemen. De 38.08 minuten die ze onlangs liep op een 10 kilometer in Hank komt niet in de buurt van haar persoonlijk record, maar voor Ruijters voelde het als een overwinning. Met nationale titels op de 5000 meter, de 10.000 (twee keer) en de marathon had de in Kerkrade opgegroeide atlete haar plek veroverd in de nationale top toen ze in 2004 een kapitale vergissing maakte. Omdat ze zich één week voor de marathon van Rotterdam een vermoeiende reis naar haar vaste masseur in Buchten wilde besparen, trok Ruijters voor de behandeling van een stijve onderrug naar een manueel therapeut uit de buurt.

„Die man heeft me verkeerd gekraakt. Mijn tussenwervelschijf was beschadigd en mijn bekken instabiel. Ik heb die marathon nog gelopen, maar na 30 kilometer was de pijn niet meer te harden. Mijn niveau ging daarna schrikbarend achteruit. Waar ik op training normaal makkelijk 14 kilometer per uur liep, kon ik op een gegeven moment alleen nog maar joggen. Ik verzuurde volledig, maar niemand wist waar het aan lag. Ik heb me laten onderzoeken door specialisten in België en Nederland, maar het enige dat ze konden bedenken was dat er iets met een zenuw was.” Pas drie jaar later, in 2007, kwam de oorzaak van de klachten aan het licht. Het mankement in haar tussenwervelschijf veroorzaakte een vernauwing van de bekkenslagaders. „Je moet het je voorstellen als een rietje dat is omgeknakt. Er stroomde niet meer voldoende bloed naar mijn benen. Dat was allemaal het gevolg van die verkeerde behandeling in 2004”, zegt Ruijters, die aanklopte bij een letsel-schadebureau.

Na een lange procedure sleepte ze een schadevergoeding uit het vuur. Belangrijker dan het geld was de emotionele genoegdoening. „Het bedrag dat ik heb gekregen, woog niet op tegen wat ik met hardlopen had kunnen verdienen. Maar dat is bijzaak. Ik vond het veel belangrijker dat ik in het gelijk werd gesteld. Ook al heeft hij het nooit formeel toegegeven, die therapeut heeft een fout gemaakt. Punt. Eerst gaf ik mezelf de schuld dat ik naar die man ben toe gegaan, maar nu heb ik geen reden meer om verbitterd te zijn”, probeert Ruijters een naar hoofdstuk in haar leven af te sluiten.

Haar bruine ogen fonkelen als ze vertelt dat ze tegenwoordig weer trainingsweken maakt van 80 kilometer. Hoe belangrijk atletiek voor haar is, ervoer ze pas toen ze geen deel meer uitmaakte van het circuit. Ruijters windt er geen doekjes om dat ze tussen 2004 en 2007 niet het meest aangename gezelschap is geweest. Niet voor zichzelf en ook niet voor haar vriend Dennis. „Mijn hele leven lag in puin. Ik ben een jaar lang naar geen enkele wedstrijd gaan kijken omdat ik me schaamde. Zelfs mijn vaste rondje rond de Kralingse plassen durfde ik niet meer te lopen. Ik was bang dat de mensen mij zouden herkennen. Een Nederlandse kampioene die met moeite acht kilometer per uur kon lopen, dat was voor mij onverdraaglijk. De wedstrijden, de trainingskampen in Kenia, het hele leven eromheen: ik miste het allemaal ontzettend.”

Na twee operaties in het Maxima-ziekenhuis in Veldhoven, waarvan de laatste in 2008, liet Ruijters zich door haar vader overhalen om samen de Transalpine te lopen. Op een parkoers dat van Zuid-Duitsland naar Noord-Italië voert, legden beiden 240 kilometer af in acht dagen. Het was voor Ruijters de definitieve ommekeer. „Ik had er vooraf geen goed oog in. Na alles wat ik heb meegemaakt, had ik nog weinig vertrouwen in mijn lichaam. Naarmate de Transalpine vorderde, merkte ik echter dat ik elke dag sterker werd. ‘Hé, ik kan toch nog wat’, dacht ik bij mezelf.

Na de Transalpine heb ik de trainingen weer opgepakt.” Of ze haar oude niveau ooit nog kan benaderen? Het is een vraag die Ruijters niet kan of niet durft te beantwoorden. Aan haar ambitie zal het niet liggen.
„Een vrouw kan op de marathon tot haar 43ste op hoog niveau presteren. Ik ben 38, heb dus nog vijf jaar voor de boeg. Mijn eerste doel is een 10 kilometer in 36.00 minuten. Wat daarna komt, zie ik wel. Luc zou me in het voorjaar graag een marathon zien lopen, maar zelf vind ik het nog te vroeg. Ik heb nog te weinig inhoud.” Dat ze ooit terugkeert op de klassieke afstand staat vast. „Soms vraag ik me af waar ik aan ben begonnen en of het dat allemaal nog wel waard is. Ik heb echter geen andere keus. Ik wil in schoonheid afscheid nemen. Ik wil nog minstens een mooie marathon lopen om alles wat is gebeurd een plekje te kunnen geven.”

Als ze ooit is uitgelopen, hoeft de Limburgse niet in een zwart gat te vallen. Met de hulp van haar vriend Dennis begon ze tijdens haar blessureperiode op internet met ww.losseveter.nl een atletiekwebsite. Na tweeënhalfjaar trekt het geesteskind van Ruijters gemiddeld 8000 bezoekers per dag. ‘Losse veter’ richt zich behalve op topatletiek ook op de brede massa.

„Het is ons te doen om de atletiekbeleving in Nederland. Die kan veel beter. De landelijke kranten besteden alleen aandacht aan topevenementen en van de gespecialiseerde hardloopbladen is alleen Runnersworld overgebleven. We zijn met ‘losse veter’ heel voorzichtig begonnen, maar inmiddels zijn we zo ver dat we geregeld primeurs hebben. Dat is kicken”, zegt Ruijters.

Bestond het aanbod op de website aanvankelijk bijna louter uit interviews en nieuws dat werd overgenomen van nationale en internationale media, sinds een jaar doen Ruijters en haar partner ook aan eigen nieuwsgaring. Zo verscheen op hun website een druk becommentarieerd stuk over de dopingaffaire rond Simon Vroemen. Ook voor het maken van interviews en video-opnames draait Ruijters haar hand niet meer om.

„Op grote toernooien zie ik dat de landelijke pers zich documenteert met onze artikelen. Dat beschouw ik als een compliment. Dat betekent overigens niet dat ik me een journalist voel. ‘Losse veter’ is per definitie geen kritisch medium. Wij zijn er om atleten een stem te geven, niet om ze neer te sabelen.” Er is Ruijters veel aan gelegen om haar website zowel inhoudelijk als commercieel tot een succes te maken. Een onlangs afgesloten samenwerkingsverband met een Amerikaanse website moet bijdragen aan een nog groter bereik. Vooralsnog resulteren haar inspanningen niet in een goed gevulde bankrekening, maar daar laat de Limburgse zich niet door afremmen.

„Mijn vriend is architect. Speciaal voor ‘losse veter’ heeft hij een ‘sabbatical year’ genomen. Financieel hebben we het niet breed, maar we kunnen ons redden. Het belangrijkste is dat we plezier hebben in wat we doen. Vorig jaar heb ik in Rotterdam nog een halfjaar wiskundeles gegeven. Dat was de keerzijde van de medaille. Ik schrok ervan hoe weinig respect er nog is voor het vak en voor docenten.”

De combinatie van ‘losse veter’ en haar eigen loopcarrière dwingt Ruijters tot concessies.„Ik slaap te weinig en ik eet onregelmatig. We zijn voortdurend onderweg voor wedstrijden en interviews. Dat maakt het er niet makkelijker op om als atlete weer een aanvaardbaar niveau te halen. Ik wil zo graag de knop omdraaien, maar het is me nog niet gelukt om de discipline die ik vroeger had opnieuw op te brengen. Ook daar ligt nog een uitdaging.”

Bron: Limburgs Dagblad
Tekst: Patrick Delait

Paspoort
Naam: Vivian Ruijters
Geboortedatum: 31 augustus 1971
Woonplaats: Rotterdam

Persoonlijke records: 10 km: 32.55 (Hilversum, 2001); Halve marathon: 1.13.19 (Den Haag, 2001); Marathon: 2.36.36 (Eindhoven, 2003) Nederlandse titels:
5000 (2001);10.000 (2001, 2002); Marathon (2002)

Geboren en getogen in Limburg
Hoewel Vivian Ruijters al enkele jaren in Rotterdam woont, is ze een volbloed Limburgse.
Opgegroeid in Kerkrade verhuisde de atlete daarna met haar ouders (haar vader was beroepsmilitair) naar Selfkant, net over de grens bij Sittard. Ruijters werd lid van Unitas.
Na haar middelbare schooltijd trok ze echter met een sportbeurs naar Texas, waar ze studie en atletiek twee jaar lang combineerde.

Losseveter
„Het is ons te doen om de atletiekbeleving in Nederland. Die kan veel beter. De landelijke kranten besteden alleen aandacht aan topevenementen. We zijn met ‘losse veter’ heel voorzichtig begonnen, maar inmiddels zijn we zo ver dat we geregeld primeurs hebben. Dat is kicken”

Wat zou ik nu op de 10km weer kunnen?

Sinds maart heb ik een achillespees blessure. Helaas, en dat terwijl 2010 op loopgebied zo voorspoedig begon. Op 2 januari won ik de Biesboschloop in 38:08, een tijd die sinds jaren niet meer op de klokken had gestaan. Mijn gedachte was dan ook om, dit jaar, hier nog ‘even’ 69 seconden af te gaan halen. Dan zou er een 36-er op de klokken staan. Door de peesblesure bleef het vooralsnog de enige 10km van dit jaar.

Op dat moment dat ik echter: Als ik na flink te hebben doorgezakt met Nieuwjaar, en dus een hele korte nacht, redelijk brak an de start kom met een verkoudheid, en dan toch 38:08 loop dan….
Achteraf gezien heb ik me wel erg rijk gerekend, want op dit moment kan ik ws niet een 10km in een redelijk tempo achter elkaar lopen.

Tijden zijn ook niet meer belangrijk. Die 32:55 is nooit meer te verbeteren. Maar als het lekker loopt is wel heel erg genieten.

Zoals de training van gister. Dennis en ik liepen een kilometer of drie in en hebben op het fietspas in het Kralingse Bos wat tempo’s gelopen. Ter plekke werd het schema bedacht. Ingezet werd op 15 km/uur.
1.000m in 4’02”
2.000m in 7’56” (3’57”-3’59”)
1.000m in 4’01”
1.000m in 3’59”
1.000m in 3’43”
Pauze was telkens 2 minuten

Bij de laatst 1.000m kon ik niet inhouden en liep een soort progressieve 1.000m, telkens iets versnellen. Waardoor de eerste 500m in 1’54” ging en de tweede in 1’49”.

Twee kilometer uitlopen, thuis meteen douchen, daarna soepje gemaakt en weer achter de computer.
Heerlijk. De training veel reuze mee. Pas twee weken geleden deed ik voor het eerst iets van tempo. Sinds maart lopen sukkelen met de pees, en dan kun je ook niet veel. Maar zowel twee weken geleden als gister ging het heerlijk. Tja, en dan begint het ook weer te kriebelen….misschien toch nog een 10km ergens lopen. Ik zou niet weten wat deze training waard is als je dit moet omrekenen naar een 10km.

(Foto is gemaakt door Naomi)